Column in Aedes Magazine: Belonen of Verdienen

Heeft u wel eens nagedacht over het verschil tussen “verdienen” of  “belonen”?  Verdienen refereert aan een uitgevoerde taak waardoor je recht hebt op een vergoeding omdat er tijd en inzet tegenover stond. Een beloning ontvang je als je iets bijzonders hebt gedaan. Dit komt ook tot uitdrukking in het gebruik als werkwoord. ‘Verdienen’ wordt vooral in de actieve vorm gebruikt, het werkwoord belonen komen we vaker in de passieve vorm tegen (‘hij verdient t.o. hij word beloond)
In de hele discussie rondom beloningen worden deze termen echter door elkaar gebruikt. Een duidelijk onderscheid lijkt me wenselijk. Wat dacht u van: Hij verdient 50.000 euro (lees: hij heeft vanwege zijn werkzaamheden recht op 50.000 euro), maar wordt beloond met (lees: wat hij werkelijk betaald krijgt) 100.000 euro. Hiermee maak je duidelijk wat de meerwaarde is die je bereid bent te betalen, de goodwill, voor deze specifieke persoon op deze specifieke plek. Andersom toont iemand  dat  hij bereid is voor een lagere vergoeding te werken dan dat hij zou verdienen op basis van zijn tijdsbesteding en inzet (wat vooral in de non-profit sector voor komt).
De vergoedingen aan commissarissen en toezichthouders k zijn de afgelopen jaren gestegen, bleek uit het vierde Nationaal Commissarissen Onderzoek. Zijn zij nu meer gaan verdienen of worden ze gewoon beter beloond?
85 van de 440 ondervraagde respondenten zijn toezichthouder bij een woningcorporatie. Ook bij woningcorporaties is de vergoeding in de afgelopen jaren gestegen van gemiddeld 8.900 in 2007 naar ruim 10.400 in 2010.  35 procent van de toezichthouders ontvangt meer dan 10.000 euro (maar minder dan 25.000). De overige 65 procent ontvangt minder dan 10.000 euro.
De tijdsbesteding van de toezichthouders bij woningcorporaties is echter ook flink gestegen, van gemiddeld 12 uur per maand in 2007, naar gemiddeld 17 uur per maand in 2010. Dat is een stijging van bijna de helft.
Het lijkt erop dat de gemiddelde toezichthouder bij een woningcorporatie niet overmatig beloond wordt en dat de stijging in zijn vergoeding terecht is. Toch vindt in 2010 38 procent van de toezichthouders bij woningcorporaties dat zijn vergoeding te laag is. In 2008 was dit percentage nog maar 11 procent. De stijging in de vergoeding lijkt dus onvoldoende om de toename in tijdsbesteding en inzet recht te doen.
Het moge duidelijk zijn dat het splitsen van wat iemand verdient en hoe hij wordt beloond, weinig zinvol is. Bovendien doen we het al impliciet als we het hebben over ‘excessieve’ beloningen. Op basis van ons onderzoek is die laatste kwalificatie in ieder geval niet van toepassing op (de gemiddelde) toezichthouders bij woningcorporaties.

Deze column is gepubliceerd in Aedes Magazine.Citeren als: M.Lückerath-Rovers (2011), Belonen of Verdienen, AedesMagazine, februari 2011