Gastcolumn NRC Handelsblad: Intellectuele bijziendheid

Afgelopen januari kwam het IEO, de Independent Evaluation Office, met een evaluatierapport over de rol van het Internationaal Monetair Fonds vóór de financiële crisis.  Uit het evaluatierapport van het IEO valt op te maken dat er met de cultuur binnen het IMF veel mis was. Het IEO, opgericht in 2001, is onderdeel van het IMF, maar evalueert het functioneren van het IMF onafhankelijk van het management. Het IEO heeft onder andere als missie het verbeteren van de externe geloofwaardigheid en het versterken van de cultuur van het IMF. Beide hebben een aardige knauw gekregen. Er is dus werk aan de winkel voor het IEO maar niet alleen vanwege de gebeurtenissen van afgelopen week. Het evaluatierapport uit januari 2011 betreft de periode tot 2007. Ondanks dat we ondertussen alweer vier jaar verder zijn, is het niet geheel toevallig dat de evaluatie maar tot 2007 gaat: het jaar dat Strauss-Kahn als voorzitter van het IMF aantrad. Zijn rol bij het IMF is nadrukkelijk geen onderdeel van het evaluatierapport. Ondanks een lopende strafzaak, zijn er afgelopen week ook vele lovende woorden gevallen over de rol die Strauss-Kahn heeft vervuld voor het IMF sinds zijn aantreden. Hij zou van de harde lijn zijn, discipline eisen van landen die om hulp vroegen en kunnen laveren tussen politieke en niet-politieke doelen. Mede gezien de berichtgeving van de afgelopen week, lijkt het er niet op dat het type voorzitter Strauss-Kahn de door het IEO bekritiseerde cultuur wezenlijk veranderd heeft. Zo was één van de door het IEO geconstateerde problemen binnen het IMF het gebrek aan ‘speak truth to power’. Ofwel het niet durven tegenspreken van de personen met macht binnen het IMF.  Ofwel ‘nee is geen nee, als de baas ja zegt’. Geen tegenspraak in een hiërarchische relatie. Daarnaast, concludeerde het IEO, zag het IMF niet de steeds groter wordende risico’s vanwege een hoge mate van groepsdenken en intellectuele bijziendheid. Er was een algemeen geldende visie dat een financiële crisis onwaarschijnlijk was en initiatieven ontbraken om tegengestelde visies op te werpen. De theorie rondom groepsdenken brengt op zijn minst drie risico’s mee. Een overdreven gevoel van eigenwaarde, het ontstaan van een tunnelvisie  en een sterke druk binnen de groep te komen tot consensus. Het IEO komt dan ook met een aantal oplossingen ter voorkoming van groepsdenken waaronder het creëren van een omgeving waarin openhartigheid en het uitspreken van afwijkende meningen wordt aangemoedigd. In het rapport van afgelopen januari wordt niet gemeld of dit inderdaad in de afgelopen vier jaar is gerealiseerd. Ook de De Nederlandsche Bank heeft onderkend dat groepsgedrag en narcisme onderdeel zijn van de onder toezicht staande risico’s in de financiële sector: ‘een narcist duldt geen kritiek’. De DNB heeft daarom onlangs het expertisecentrum Cultuur, Organisatie en Integriteit opgericht. De DNB heeft daarmee toezicht op cultuur en gedrag expliciet een onderdeel van de organisatie gemaakt,  en erkend dat toezicht meer is dan alleen controle van de achterliggende cijfers. Tot slot, groepsdenken komt voornamelijk voor bij homogeen samengestelde teams. Deze zijn per definitie minder geneigd om afwijkende meningen aan te horen. Eén van de oplossingen voor het voorkomen van groepsdenken is dus het aanstellen van een meer divers samengesteld team in de top van het IMF. En nu Strauss-Kahn weg is, is die kust toch ook weer veiliger?

Deze column in gepubliceerd in NRC Handelsblad. Citeren als: M. Luckerath-Rovers (2011), Intellectuele Bijziendheid, NRC Handelsblad, 24 mei 2011.